Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [5]Geef een deel aan [6]zeven, ja, ook aan acht; [7]want gij weet niet, wat kwaad op de aarde wezen zal. 5. Te weten, uwe aalmoezen, of uw brood. 6. Een zeker getal voor een onzeker, gelijk Spreuk.6:16; Micha 5:4. Christus zegt: Geeft een iegelijk, die het begeert; Luk.6:30. Verg. Deut.15:7,8. 6. acht; Een zeker getal voor een onzeker, gelijk Spreuk.6:16; Micha 5:4. Christus zegt: Geeft een iegelijk, die het begeert; Luk.6:30. Verg. Deut.15:7,8. 7. Alsof hij zeide: De tijd kan komen dat gij van al het uwe zult beroofd en tot een bedelaar gemaakt worden; dan zult gij wel wensen dat anderen u ook milde bijstand deden; doe dan ook alzo bij anderen. Zie Luk.16:9; Gal.6:9.